Uw werknemer maakt een langdurig verzuimtraject door. Het eerste spoor (terugkeer in de eigen arbeid) heeft nog onvoldoende resultaat gehad en u heeft ook het tweede spoor (arbeid elders) al opgestart. Uw werknemer verleent hieraan zijn medewerking, maar verwacht dat hij nog grotendeels zal herstellen, zodat hij bij de school kan blijven werken. De bedrijfsarts sluit dit niet volledig uit, maar kan die verwachting ook niet bevestigen. Daarvoor zijn de getoonde resultaten nog te weinig stabiel. Inmiddels is de WIA-keuring in zicht. Tot uw verbazing deelt uw werknemer mee dat hij geen WIA-keuring zal aanvragen. Liever wil hij verder met het re-integratietraject. U probeert hem op andere gedachten te brengen, maar hij blijft bij zijn standpunt. Een van zijn argumenten is dat hij “hoogstwaarschijnlijk toch niet meer dan 35% arbeidsongeschikt is, dus aanvragen van WIA is tijdverspilling”. In zijn kennissenkring is dit ook meermalen voorgevallen.
Uw werknemer doet zijn best om optimaal aan het werk te blijven en vanuit zijn optiek is er wel enig begrip op te brengen voor zijn standpunt. Maar hij veronachtzaamt de gerechtvaardigde belangen die u als werkgever heeft. En hij onderschat de risico’s die hij zelf loopt. Dat zit als volgt.
Op grond van de CAO VO moet u ook na het tweede ziektejaar 70% loon blijven doorbetalen. Als UWV een uitkering toekent, mag u die op de loondoorbetaling in mindering brengen. Het besluit van uw werknemer veroorzaakt dus potentieel hogere lasten voor de school. Belangrijk is ook dat de arbeidsrechtelijke positie onduidelijk wordt. U heeft een beoordeling door UWV nodig om een juiste afweging te kunnen maken tussen herplaatsing op de school met aanpassing van het dienstverband – ook bij minder dan 35% arbeidsongeschiktheid - of eventueel ontslag als er redelijkerwijs geen mogelijkheden op school meer voorhanden zijn om het dienstverband voort te zetten. Voor een eventueel ontslag heeft u in principe een ontslagvergunning (of , in het openbaar onderwijs, een deskundigenoordeel overheid en onderwijs) van UWV nodig. Dat levert forse complicaties op als er geen WIA-beoordeling voorhanden is. Verder is het heel goed mogelijk dat uw werknemer (vooralsnog) een fors verlies aan verdienvermogen heeft. Als hij dan later alsnog WIA aanvraagt, mist hij in de tussentijd elke inkomenscompensatie.
Er is dus alle reden om de situatie nogmaals met uw werknemer door te spreken. Mocht hij dan nog steeds onvoldoende begrip opbrengen voor uw belangen als werkgever, dan heeft u artikel 15a,II van de regeling ZAVO als stok achter de deur: als de werknemer niet tijdig een WIA aanvraagt, mag u de loondoorbetaling stopzetten.