Stel, u constateert bij uw werknemer een zeer ongezonde leefstijl. U vreest dat dit het functioneren zal gaan belemmeren. Mag en kunt u hier iets aan doen? Of moet u lijdzaam toezien, wat u ook niet lekker zit.
U mag altijd met uw werknemer in gesprek gaan. Afhankelijk van de situatie zult u dit wel met de nodige tact moeten aanpakken om niet onnodig een conflict te veroorzaken. Bedenk dat mensen vaak ook zelf op zoek zijn naar verbetering van hun situatie, maar niet altijd bij machte zijn om hierop te acteren, bijvoorbeeld bij verslavingsproblematiek. Wellicht is uw werknemer opgelucht dat u hierover begint en kunt u afspraken maken over preventieve hulp, passend bij het probleem. U kunt de werknemer ook trachten te bewegen om een afspraak te maken met de bedrijfsarts. Bedenk dat dit vrijwillig is, u kunt dit niet afdwingen. En de bedrijfsarts mag het resultaat niet aan u terugkoppelen, tenzij de werknemer hier uitdrukkelijk mee instemt. Het kan natuurlijk ook gebeuren dat uw werknemer niet openstaat voor een gesprek of voor suggesties. Hoe spijtig ook, u zult dit moeten respecteren. De bescherming van de persoonlijke levenssfeer staat niet toe dat u consequenties verbindt aan een slechte leefstijl in een situatie dat uw werknemer wel nog naar behoren functioneert.
Als uw werknemer de boot heeft afgehouden maar zich op enig moment ziekmeldt, wellicht bij herhaling, dan kunt u uw werknemer door de bedrijfsarts laten oproepen. Hij is nu wel verplicht om hieraan mee te werken. In een situatie van verzuim en disfunctioneren weegt het belang van de werkgever juridisch zwaarder dan de persoonlijke levenssfeer van de werknemer. Eventuele adviezen van de bedrijfsarts tot aanpassing van ongezond gedrag met bijbehorende hulp moet de werknemer opvolgen. Uiteraard binnen de grenzen van de redelijkheid. Wat redelijk is hangt af van de concrete situatie en is in zijn algemeenheid niet te beantwoorden. U mag de werknemer aanspreken op het opvolgen van redelijke adviezen en bij weigering heeft u als ultieme sanctie het stopzetten van de loondoorbetaling bij verzuim en uiteindelijk ontslag.
Het kan ook voorkomen dat uw werknemer inmiddels niet meer naar behoren functioneert maar zich niet ziekmeldt. U heeft het vermoeden dat het disfunctioneren verband houdt met zijn of haar gezondheid. U staat nu juridisch op een kritische tweesprong. Ook nu kunt u met uw werknemer (eventueel opnieuw) in gesprek gaan zoals hierboven uiteengezet. Als uw werknemer hiervoor openstaat is een oplossing mogelijk in zicht. Het alternatief is dat u uw werknemer door de bedrijfsarts laat oproepen voor een verzuimgesprek. Hierbij geeft u aan dat er weliswaar geen sprake is van ziekmelding, maar dat u onderzocht wil zien of het niet naar behoren functioneren het gevolg is van ziekte. Uw werknemer moet hieraan meewerken. Het is belangrijk dat u dit duidelijk communiceert (ook met werknemer), want voor de bedrijfsarts is van groot belang of het bezoek van de werknemer het karakter heeft van een vrijwillig preventiespreekuur (geen terugkoppeling aan de werkgever) dan wel een verzuimspreekuur met terugkoppeling aan de werkgever conform de regels van Poortwachter. Als u dit halfslachtig aanpakt, brengt u zichzelf en de bedrijfsarts in de problemen en raakt u verder van huis.
Tenslotte is het denkbaar dat werknemer disfunctioneert, maar volgens de bedrijfsarts niet ziek is. In dat geval heeft u met uw werknemer een traject van functioneringsgesprekken en verbeterplan. Als dat geen positief resultaat heeft, kan het traject uitmonden in een ontslag wegens disfunctioneren.
U kunt bij een ongezonde leefstijl van een werknemer - in min of meer ernstige vorm - meerdere wegen bewandelen. Belangrijk is of het functioneren nadelig wordt beïnvloed. Als dat niet het geval is, kunt u niet meer doen dan “overreden”. Als het functioneren wel achterblijft beschikt u over meerdere instrumenten, afhankelijk van het concrete geval. Dit kan betreffen: interventies bij verzuim, een verzuimspreekuur bij de bedrijfsarts of een functioneringstraject.