WGA staat voor Werkhervattingsregeling Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten en is een uitkering waarvoor mensen in aanmerking komen die tussen de 35% en 80% arbeidsongeschikt zijn. Uitgangspunt bij de WGA is “hoe meer de werknemer werkt hoe hoger zijn inkomen”.
De werknemer van wie UWV concludeert dat sprake is van minimaal 35% loonverlies, en die daarnaast de wachttijd van 104 weken heeft doorlopen, heeft recht op een WIA-uitkering.
Kan uw werknemer tussen de 20% en 65% van zijn oude loon verdienen? Of kan hij minder dan 20% verdienen, maar is er kans op herstel? Dan kan hij een WGA-uitkering krijgen.
De WGA-uitkering bestaat uit twee en soms zelfs drie uitkeringen.
De eerste uitkering binnen de WGA-uitkering is de loongerelateerde uitkering. Dit is een WW- conforme uitkering en kent, naast de bovenstaande voorwaarden van de WGA-uitkering, als aanvullende voorwaarde dat de werknemer voldoet aan de referte-eis. Met andere woorden, de werknemer moet gedurende de laatste 36 weken voordat hij ziek werd, minimaal 26 weken hebben gewerkt.
Voldoet de werknemer aan alle voorwaarden, echter niet aan de referte eis, dan krijgt hij recht op een WGA-vervolguitkering of een loonaanvulling. Ook zodra de duur van de loondervingsuitkering is verstreken, ontstaat recht op een WGA-vervolguitkering dan wel loonaanvulling.
Recht op de WGA-vervolguitkering bestaat indien de werknemer niet minimaal voor 50% van zijn restcapaciteit is herplaatst. Indien dit laatste wel het geval is krijgt de werknemer recht op een loonaanvulling.
De hoogte van de loongerelateerde uitkering bedraagt de eerste twee maanden 75% en daarna 70% van het verschil tussen het oude (gemaximeerde) dagloon voordat de werknemer ziek werd en het nieuwe inkomen. Dit betekent dat met iedere euro aan extra inkomsten uit arbeid het totale inkomen van de werknemer toeneemt met € 0,25 of € 0,30. Zo wordt de gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemer gestimuleerd om (meer) te werken.
De loonaanvullingsuitkering kent twee varianten:
De hoogte van de WGA-vervolguitkering is gebaseerd op een uitkeringspercentage maal het minimumloon. Het uitkeringspercentage wordt afgeleid van het arbeidsongeschiktheidspercentage, dat voor de werknemer is vastgesteld. Onderstaand worden de uitkeringspercentages voor de verschillende arbeidsongeschiktheidsklassen weergegeven.
Arbeidsongeschiktheidspercentage |
Uitkeringspercentage |
35-45% |
28% |
45-55% |
35% |
55-65% |
42% |
65-80% |
50,75% |
Zoals al eerder aangegeven is de loongerelateerde uitkering (LGU) een WW-conforme uitkering. Dit betekent dat de duur van de LGU overeenkomt met de duur van de WW-uitkering. Deze varieert van drie maanden tot drie jaar en twee maanden. Net als bij de WW is het arbeidsverleden van de werknemer bepalend voor de duur van de uitkering.
De duur van de WGA-vervolguitkering en loonaanvulling is in principe tot de AOW-leeftijd. Indien de werknemer met een WGA-vervolguitkering echter voor minimaal 50% van zijn restcapaciteit gaat werken, stopt het recht op een WGA-vervolguitkering en krijgt de werknemer recht op een loonaanvulling. Indien de werknemer met recht op een loonaanvulling niet langer aan de voorwaarde voldoet van minimaal 50% invulling van zijn restcapaciteit, wordt de loonaanvulling beëindigd en start het recht op de WGA-vervolguitkering.
Bij volledige maar niet duurzame arbeidsongeschiktheid heeft de werknemer recht op een WGA-uitkering. Arbeidsongeschiktheidspensioen (AOP) vult deze uitkering aan tot 70% van het verschil tussen de gronslag van het arbeidsongeschiktheidspensioen en het eventuele nieuwe inkomen.
Voorbeeld:
Pensioengevend inkomen | € 50.515 |
AOP-grondslag | € 49.000 |
Dagloon | € 47.000 |
Inkomen | € 0 |
Berekening:
WIA | 70% x € 47.000 = € 32.900 |
WIA + AOP | 70% x € 49.000 = € 34.300 |
Totaal | € 34.300 is 68% van het pensioengevend inkomen |
Bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid (tussen 35% en 80%) heeft de werknemer recht op een WGA-uitkering. Het AOP vult deze uitkering aan tot 70% van het verschil tussen de grondslag van het arbeidsongeschiktheidspensioen en het eventuele nieuwe inkomen. Wanneer de werknemer de door UWV vastgestelde restverdiencapaciteit volledig benut, dan vult het AOP niet aan tot 70% maar tot 80%.
Als de werknemer een vervolguitkering krijgt, geeft het AOP een aanvulling op deze uitkering tot 65% van het oude loon vermenigvuldigd met het arbeidsongeschiktheidspercentage. Die aanvulling duurt maximaal 10 jaar. Als de werknemer binnen deze 10-jaarsperiode re-integreert en hij minimaal 50% van zijn verdiencapaciteit gaat benutten, biedt de AOP een eenmalige bonus. Die bonus is maximaal zes maandsalarissen als hij in het eerste jaar re-integreert en loopt geleidelijk af bij een latere re-integratie.
Voorbeeld gedeeltelijk arbeidsongeschikt en vult zijn restverdiencapaciteit volledig in:
Pensioengevend inkomen | € 50.515 |
AOP-grondslag | € 49.000 |
Dagloon | € 47.000 |
Inkomen | € 18.800 |
Berekening:
WIA | 70% x (€ 47.000 - € 18.800) = € 19.740 |
WIA + AOP | 70% x (€ 49.000 -/- € 18.800) = € 24.160 |
Totaal | € 42.960 is 85% van het pensioengevend inkomen |
Voorbeeld gedeeltelijk arbeidsongeschikt en vult zijn restverdiencapaciteit volledig in:
Pensioengevend inkomen | € 50.515 |
AOP-grondslag | € 49.000 |
Dagloon | € 47.000 |
Restverdiencapaciteit | € 18.800 |
Inkomen | € 10.000 |
Berekening loongerelateerde fase:
WIA | 70% x (€ 47.000 - € 10.000) = € 25.900 |
WIA + AOP | 70% x (€ 49.000 -/- € 10.000) = € 27.300 |
Totaal | € 37.300 is 74% van het pensioengevend inkomen |
Berekening loonaanvullingsfase
WIA | 70% x (€ 47.000 - € 18.800) = € 19.740 |
WIA + AOP | 70% x (€ 49.000 -/- € 18.800) = € 24.160 |
Totaal | € 34.160 is 68% van het pensioengevend inkomen |
Voorbeeld gedeeltelijk arbeidsongeschikt en vult zijn restverdiencapaciteit niet in:
Pensioengevend inkomen | € 50.515 |
AOP-grondslag | € 49.000 |
Dagloon | € 47.000 |
Restverdiencapaciteit | € 18.800 |
Inkomen | € 0 |
Berekening loongerelateerde fase:
WIA | 70% x € 47.000 = € 32.900 |
WIA + AOP | 70% x € 49.000 = € 34.300 |
Totaal | € 34.300 is 68% van het pensioengevend inkomen |
Berekening vervolguitkeringsfase
WIA | 42% x € 18.690 = € 7.850 |
WIA + AOP | 65% x 60% € 49.000 = € 19.110 |
Totaal | € 26.960 is 53% van het pensioengevend inkomen |
Re-integratie is een zaak van werkgever en werknemer samen. Ga daarom ook naar de pagina met informatie voor de werknemer en mail dit naar hem/haar.
WGA staat voor Werkhervattingsregeling Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten en is een uitkering waarvoor u in aanmerking komt als u tussen de 35% en 80% arbeidsongeschikt bent. Uitgangspunt bij de WGA is “hoe meer u werkt hoe hoger uw inkomen”.
Kunt u nog werken? Dan kunt u een WGA-uitkering krijgen. U krijgt deze uitkering als u door ziekte 65% of minder van uw oude loon kunt verdienen. U kunt ook de WGA-uitkering krijgen als u tijdelijk helemaal niet kunt werken, maar in de toekomst mogelijk weer wel.
Er zijn drie verschillende WGA-uitkeringen. Welke WGA-uitkering u krijgt, hangt af van uw situatie. Bijvoorbeeld hoeveel u gewerkt heeft voordat u ziek werd.
De WGA bestaat uit de volgende uitkeringen:
Meestal ontvangt u eerst de loongerelateerde uitkering. Deze tijdelijke uitkering is gebaseerd op uw vroegere loon, uw arbeidsverleden en het loon dat u verdient. Daarna volgt of de loonaanvullingsuitkering of de vervolguitkering. Ook kunt u recht hebben op een bovenwettelijke aanvulling.
U krijgt een loongerelateerde uitkering als u:
De LGU bedraagt de eerste 2 maanden 75% van uw WIA-maandloon. Vanaf de 3e maand bedraagt uw LGU 70% van uw WIA-maandloon.
Als u werkt is de berekening anders omdat dan het inkomen dat u met werken verdient, wordt afgetrokken van uw WIA-maandloon. De eerste 2 maanden is uw loongerelateerde uitkering 75% van uw WIA-maandloon min het bedrag dat u verdient. Vanaf de 3e maand rekenen we met 70%. Hoewel uw uitkering lager is als u werkt, is uw totale inkomen – uitkering plus inkomen- altijd hoger.
Heeft u recht op een loongerelateerde uitkering? Dan krijgt u de loongerelateerde uitkering minimaal 3 maanden en maximaal 38 maanden (dat is iets meer dan 3 jaar). Heeft u al voor 1 januari 2008 een loongerelateerde uitkering ontvangen? Dan krijgt u de uitkering minimaal 6 maanden en maximaal 5 jaar. In de brief met de beslissing staat hoelang u de uitkering krijgt.
Hoelang u de loongerelateerde uitkering krijgt, hangt af van uw arbeidsverleden. Dit is het aantal jaren dat u heeft gewerkt voor u ziek werd.
Voor ieder volledig jaar arbeidsverleden, heeft u recht op 1 maand loongerelateerde uitkering.
Heeft u recht op een loongerelateerde uitkering? Dan krijgt u de loongerelateerde uitkering minimaal 3 maanden en maximaal 38 maanden (dat is iets meer dan 3 jaar). Heeft u al voor 1 januari 2008 een loongerelateerde uitkering ontvangen? Dan krijgt u de uitkering minimaal 6 maanden en maximaal 5 jaar. In de brief met de beslissing staat hoelang u de uitkering krijgt.
Hoelang u de loongerelateerde uitkering krijgt, hangt af van uw arbeidsverleden. Dit is het aantal jaren dat u heeft gewerkt voor u ziek werd.
Voor ieder volledig jaar arbeidsverleden, heeft u recht op 1 maand loongerelateerde uitkering.
U ontvangt een LAU als u voldoet aan de onderstaande punten:
Ben u volledig arbeidsongeschikt, maar niet duurzaam dan hebt u ook recht op een LAU.
Hoe meer u werkt, hoe hoger uw inkomen is.
De duur van de LAU is in principe tot de dag dat de werknemer 65 jaar wordt. Indien u echter uw restverdiencapaciteit niet meer voor 50% kunt invullen, dan stopt de LAU.
U krijgt een VVU als u voldoet aan de onderstaande punten:
De hoogte van uw uitkering hangt af van uw percentage van arbeidsongeschiktheid. Uw uitkering is een percentage van het minimumloon.
Arbeidsongeschiktheidspercentage |
Uitkering |
35 – 45% |
28% van het minimumloon |
45 - 55% |
35% van het minimumloon |
55 – 65% |
42% van het minimumloon |
65 – 80% |
50,75% van het minimumloon |
De duur van de vervolguitkering is in principe tot de dag dat de werknemer 65 jaar wordt. Indien de werknemer met een WGA-vervolguitkering echter voor minimaal 50% van zijn restcapaciteit gaat werken stopt het recht op een WGA-vervolguitkering en krijgt de werknemer recht op een loonaanvulling.
Volledig maar niet duurzaam arbeidsongeschikt
Bij volledige, maar niet duurzame arbeidsongeschiktheid heeft u recht op een WGA-uitkering. Het arbeidsongeschiktheidspensioen (AAOP) vult deze uitkering aan tot 70% van het verschil tussen de grondslag van het arbeidsongeschiktheidspensioen en het eventuele nieuwe inkomen.
Voorbeeld:
Pensioengevend inkomen | € 50.515 |
AOP-grondslag | € 49.000 |
Dagloon | € 47.000 |
Inkomen | € 0 |
Berekening:
WIA | 70% x € 47.000 = € 32.900 |
WIA + AOP | 70% x € 49.000 = € 34.300 |
Totaal | € 34.300 is 68% van het pensioengevend inkomen |
Bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid (tussen 35% en 80%) heeft u recht op een WGA-uitkering. Het AAOP vult deze uitkering aan tot 70% van het verschil tussen de grondslag van het arbeidsongeschiktheidspensioen en het eventuele nieuwe inkomen. Wanneer u de door UWV vastgestelde restverdiencapaciteit volledig benut, dan vult het AAOP niet aan tot 70% maar tot 80%.
Als u een vervolguitkering krijgt, geeft het AAOP een aanvulling op deze uitkering tot 65% van het oude loon vermenigvuldigd met het arbeidsongeschiktheidspercentage. Die aanvulling duurt maximaal 10 jaar. Als u binnen deze 10-jaarsperiode re-integreert en u minimaal 50% van zijn verdiencapaciteit gaat benutten, biedt de AAOP een eenmalige bonus. Die bonus is maximaal zes maandsalarissen als u in het eerste jaar re-integreert en loopt geleidelijk af bij een latere re-integratie.
Voorbeeld gedeeltelijk arbeidsongeschikt en vult zijn restverdiencapaciteit volledig in:
Pensioengevend inkomen | € 50.515 |
AOP-grondslag | € 49.000 |
Dagloon | € 47.000 |
Inkomen | € 18.800 |
Berekening:
WIA | 70% x (€ 47.000 - € 18.800) = € 19.740 |
WIA + AOP | 70% x (€ 49.000 -/- € 18.800) = € 24.160 |
Totaal | € 42.960 is 85% van het pensioengevend inkomen |
Voorbeeld gedeeltelijk arbeidsongeschikt en vult zijn restverdiencapaciteit volledig in:
Pensioengevend inkomen | € 50.515 |
AOP-grondslag | € 49.000 |
Dagloon | € 47.000 |
Restverdiencapaciteit | € 18.800 |
Inkomen | € 10.000 |
Berekening loongerelateerde fase:
WIA | 70% x (€ 47.000 - € 10.000) = € 25.900 |
WIA + AOP | 70% x (€ 49.000 -/- € 10.000) = € 27.300 |
Totaal | € 37.300 is 74% van het pensioengevend inkomen |
Berekening loonaanvullingsfase
WIA | 70% x (€ 47.000 - € 18.800) = € 19.740 |
WIA + AOP | 70% x (€ 49.000 -/- € 18.800) = € 24.160 |
Totaal | € 34.160 is 68% van het pensioengevend inkomen |
Voorbeeld gedeeltelijk arbeidsongeschikt en vult zijn restverdiencapaciteit niet in:
Pensioengevend inkomen | € 50.515 |
AOP-grondslag | € 49.000 |
Dagloon | € 47.000 |
Restverdiencapaciteit | € 18.800 |
Inkomen | € 0 |
Berekening loongerelateerde fase:
WIA | 70% x € 47.000 = € 32.900 |
WIA + AOP | 70% x € 49.000 = € 34.300 |
Totaal | € 34.300 is 68% van het pensioengevend inkomen |
Berekening vervolguitkeringsfase
WIA | 42% x € 18.690 = € 7.850 |
WIA + AOP | 65% x 60% € 49.000 = € 19.110 |
Totaal | € 26.960 is 53% van het pensioengevend inkomen |
Re-integratie is een zaak van werkgever en werknemer samen. Ga daarom ook naar de pagina met informatie voor de werkgever en mail dit naar hem/haar.