Regels werkgever
Sluitende Aanpak
In de CAO zijn afspraken gemaakt voor gedeeltelijk arbeidsgeschikten en arbeidsongeschikten in het voortgezet onderwijs. Deze afspraken zijn vastgelegd onder de noemer Sluitende Aanpak. De sluitende aanpak heeft twee doelen:
- vroegtijdig signaleren WGA-instroom en instroom beperken;
- voorkomen van instroom in de WGA-vervolguitkering.
Om deze doelen te realiseren biedt de sluitende aanpak drie praktische instrumenten om de gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid van langdurig zieke werknemers te beperken en re-integratie te bevorderen. Deze instrumenten zijn:
- Pre-advies
In de eerstejaarsevaluatie evalueren u en de werknemer de re-integratie. Kernvraag is: “Wat was ons doel, hebben we dat bereikt of is er iets misgegaan”? Met het pre-advies wordt de eerstejaarsevaluatie uitgebreid. U en de werknemer worden geadviseerd door een arbeidsdeskundige over de re-integratieaanpak. Daarnaast krijgt u inzicht in de mogelijke financiële consequenties voor u en de werknemer na 2 jaar ziekte. De kosten van het pre-advies komen voor uw rekening.
- Aanvullend re-integratietraject?
Het aanvullend intensieve trajectplan is een aanvulling op een basistraject dat door UWV of de werkgever (eigenrisicodrager WGA) wordt aangeboden. Het traject kent een sluitend karakter. Als het traject geen resultaat heeft, de WGA-vervolguitkering dreigt en er geen andere oplossing voor handen is om de werknemer uit de vervolguitkering te houden, neemt het re-integratiebedrijf de werknemer voor maximaal 2 jaar in dienst voor minimaal de helft van de restverdiencapaciteit. De kosten van het dienstverband worden gefinancierd uit de loonkostensubsidie.
De kosten van het aanvullend intensief trajectplan worden tot € 5000 gefinancierd door UWV via de Individuele Re-integratie Overeenkomst (IRO). Het meerdere komt ten laste van u. Als u eigenrisicodrager WGA bent, komen de volledige kosten voor uw rekening.
- Loonkostensubsidie?
Er zijn twee soorten loonkostensubsidies. Een loonkostensubsidie ter ondersteuning van een plaatsing bij een nieuwe werkgever. En een loonkostensubsidie ter financiering van het in dienst nemen van de werknemer door het re-integratiebedrijf zolang de plaatsing niet gerealiseerd is. De hoogte van de loonkostensubsidie bedraagt 50% van de restverdiencapaciteit inclusief werkgeverslasten. In het tweede jaar bedraagt de subsidie 25% (bij plaatsing nieuwe werkgever), respectievelijk 50% (bij indienstneming re-integratiebedrijf) van de restverdiencapaciteit. De kosten komen volledig voor uw rekening.
Meer informatie:
Zie de site van Voion Sluitende Aanpak
Regels werkgever
Sluitende Aanpak
In de CAO zijn afspraken gemaakt voor gedeeltelijk arbeidsgeschikten in het VO. Deze afspraken zijn vastgelegd onder de noemer Sluitende Aanpak. De sluitende aanpak heeft twee doelen:
- vroegtijdig signaleren WGA-instroom en instroom beperken;
- voorkomen van instroom in de WGA-vervolguitkering.
Om deze doelen te realiseren biedt de Sluitende aanpak drie praktische instrumenten om de gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid van langdurig zieke werknemers te beperken en re-integratie te bevorderen. Deze instrumenten zijn:
- Pre-advies
In de eerstejaarsevaluatie evalueren u en uw werkgever de re-integratie. Kernvraag is: “Wat was ons doel, hebben we dat bereikt of is er iets misgegaan”? Met het pre-advies wordt de eerstejaarsevaluatie uitgebreid. U en uw werkgever worden geadviseerd door een arbeidsdeskundige over de re-integratieaanpak. Daarnaast krijgt u inzicht in de mogelijke financiële consequenties voor u na 2 jaar ziekte. De kosten van het pre-advies komen voor rekening van uw werkgever.
- Aanvullend re-integratietraject?
Het aanvullend intensieve trajectplan is een aanvulling op een basistraject dat door UWV of de werkgever (eigenrisicodrager WGA) wordt aangeboden. Het traject kent een sluitend karakter. Als het traject geen resultaat heeft, de WGA-vervolguitkering dreigt en er geen andere oplossing voor handen is om de werknemer uit de vervolguitkering te houden neemt het re-integratiebedrijf de werknemer voor maximaal 2 jaar in dienst voor minimaal de helft van de restverdiencapaciteit. De kosten van het dienstverband worden gefinancierd uit een loonkostensubsidie en betaald door uw ex-werkgever.
De kosten van het aanvullend intensief trajectplan worden tot € 5000 gefinancierd door UWV via de IRO. Het meerdere komt ten laste van uw ex-werkgever. Als u vorige werkgever eigenrisicodrager WGA is, komen de volledige kosten voor de rekening van uw ex-werkgever.
- Loonkostensubsidie?
Er zijn twee soorten loonkostensubsidies. Een loonkostensubsidie ter ondersteuning van een plaatsing bij een nieuwe werkgever. En een loonkostensubsidie ter financiering van het in dienst nemen van werknemers door het re-integratiebedrijf zolang de plaatsing niet gerealiseerd is. De hoogte van de loonkostensubsidie bedraagt 50% van de restverdiencapaciteit inclusief werkgeverslasten. In het tweede jaar bedraagt de subsidie 25% (bij plaatsing nieuwe werkgever), respectievelijk 50% (bij indienstneming re-integratiebedrijf) van de restverdiencapaciteit. De kosten komen volledig voor de rekening van uw vorige werkgever.
Meer informatie:
Zie de site van Voion Sluitende aanpak